.

.

zaterdag 2 januari 2010



Zitten wij lekker aan een wijntje op een mooie schemerige namiddag, staat er ineens een zielige hond voor het raam. Hij kijkt naar binnen en wil erin.
Eerst laat ik hem maar een poosje rond het huis scharrelen. Maar het is koud en het wordt al donker, en hij kijkt zo lief. En hij glimlacht naar me.
Dus ik berg eerst de poes op. En dan maggie er in.
Hij heeft een feloranje halsband met een telefoonnummer erop om. Hij is van iemand. Maar nu is hij alleen en verdwaald op onze berg. Dus ik bel het nummer op de halsband. En vraag de stem aan de andere kant of hij een hond kwijt is. Dat klopt. Ik zeg in mijn beste Frans dat ik zijn hond heb gevonden. Een spraakwaterval met enthousiaste geluiden is de reactie. Ik begrijp dat hij ergens in een bos loopt en over uur bij ons boven kan zijn. Ik vertel waar we wonen, maar hij snapt het niet helemaal. Ik leg uit dat ik Hollandaise ben en leg het nogmaals uit. Nu snaptie het wel en zegt dattie er aan komt. Een uur later stopt er een grote 4x4 op ons erf. Er stapt een stoere man uit. Gekleed in camouflagekleren. Een jager. Gewapend met een fles rode wijn komt hij naar de deur. Frans doet open. De reactie van de Fransoos doet heel even vermoeden dat hij verwacht had een charmante jongedame alléén aan te treffen, in plaats van een middelbaar stel met zijn tweeën.
Maar hij herstelt zich snel en biedt met een vriendelijk gebaar de fles aan, in ruil voor zijn hond. Die blijkt Casco of (Kasko) te heten. We hadden Casco met een touw aan de zware eiken steunbalk midden in de kamer gebonden. Daarin zit nog de koperen ring waar vroeger de stier aan gebonden werd.Nu zat Casco er aan vast. Als we hier voor altijd blijven kopen we onze eigen Casco!