.

.

zondag 11 april 2010

Merde...

Andouilettes, merde du cochon, metereologische bommen, bevroren waterleidingen, spekgladde wegen…..

Saai?,?...., Welnee! saai is het niet, een huis in the middle of nowhere, au bout du monde…….
In Februari waren we weer voor een weekendje naar Riviere gereden. Temperaturen boven nul, dus geen gladde wegen. Helaas bleken er meer factoren te zijn waardoor het verplaatsen per auto enigszins belemmerd kan worden: vanaf zaterdagochtend na aankomst begon men al waarschuwingen uit te geven. Twee enorme stormfronten zouden elkaar boven midden Frankrijk ontmoeten en samen een meteorologische bom vormen. Code rouge… Ga niet de weg op als het niet echt hoeft. De wolkenluchten die over ons huis trokken spraken voor zich.





Er was bijzonder weer op komst. Even afwachten dus maar. De route van dit noodweer was ook onze route. Op zondag werden voor Luxemburg, Limburg en Brabant noodwaarschuwingen uitgevaardigd. Zondagochtend besloten we dus een dagje extra vrij te nemen en de storm uit te zitten. Behalve heel veel gebulder en een kwartiertje stroomuitval merkten we echter bij ons niet veel van de kracht van deze storm …..Helaas werden elders in Frankrijk 51 mensen slachtoffer van de gevolgen… Gelukkig kwamen wij op maandagavond 1 Maart ongedeerd aan in Bennekom.
Ook rondom het huis is geen stormschade, behalve een gescheurde oude tuintafel.

Twee weken later hadden we alweer de kriebels. Normaal gaan we eenmaal per maand naar ons huis, maar we hadden veel zin om een keertje extra te gaan. Dus donderdagavond 11 maart vertrokken we weer. Prima weer, geen belemmeringen. Tot de laatste kilometers. Vanaf Lapalisse werd het mistig. En niet zo’n beetje ook. Stapvoets reed ik door de late nacht. Temperaturen onder nul, en hier en daar lag sneeuw. Langzaam naderden we ons doel. De laatste hindernis is het steile wegje omhoog naar ons huis.









Met een scherpe haarspeldbocht en een sterke stijging meteen erna.
En spekglad. Maar omdat ik toch al achter het stuur zat, en ik het ook moet leren, reed ik naar boven. Gelukkig zitten de winterbanden nog onder de auto. Toch begon die na de bocht te sputteren, glijden en glibberen. Op het dashboard ging het oranje lampje branden dat een slippende auto voorstelt.
Aan de ene kant van de auto was de veilige helling van de berg. Maar aan de andere kant de afgrond. Ik gleed en glibberde. Mijn hartslag bereikte levengevaarlijke waarden. Het stuur was kletsnat van het zweet uit mijn handen. Mijn voeten trilden op de pedalen. Tergend langzaam en slippend reed ik de auto omhoog. Uit mijn ooghoek zag ik twee reeën het bos in vluchten. Op dat moment konden die mij even aan mijn ree-t roesten…. Met een overdosis adrenaline in mijn bloed draaide ik uiteindelijk om 04.00 uur ’s ochtends de auto ons erf op. Na het uitladen van de bagage doken we meteen in bed. Eerst nog wel even de elektrische kachels aangezet, want de digitale thermometer gaf voor binnenshuis een waarde van -0.5 gr. C. Beetje koud.
Toen we om een uur of tien wakker werden, waren we d’r weer helemaal klaar voor. Een luik maken in het trapgat dat we twee weken daarvoor hadden gemaakt was de klus voor dit weekend.
Houtkachel aansteken en een uurtje wachten, daarna is er warm water voor de douche. (onze houtkachel is aangesloten op een boiler,







via een modern systeem kun je op die manier met hout in warm water voorzien). Helaas kwam er ook na een uur stoken nog steeds geen warm water uit de leidingen… Na een ijskoude winter met temperaturen van -17 gr. was nu op de valreep toch nog een waterleiding bevroren… Na een halve dag stoken en föhnen op verdachte plekken kwam er gelukkig ineens met een borrelende zucht een hete straal uit de douchekraan. Een half uurtje later was ook de keukenkraan weer up and running…..
Wij vonden dat we na zoveel afzien wel een etentje buiten de deur hadden verdiend. In St. Clement is men ongeveer een jaar bezig geweest met de verbouwing van een pand in het bruisende centrum.






Twee weken geleden opende daar een gezellige Bar/Auberge haar deuren.
Omdat wij vinden dat we dit initiatief moeten sponsoren, reserverden we vrijdagmiddag meteen een tafeltje voor zaterdagavond.
De waardin vroeg nog wel even of er dingen zijn die wij echt niet lusten… Omdat dit echt waar is, zei ik enthousiast dat we alles eten, en niet eenkennig zijn.
Zaterdag avond kwamen we moe van een dag klussen de herberg binnen. Omdat we gereserveerd hadden was er plaats. Sterker nog, we waren de enige gasten.
Enthousiast schudde men ons de hand. Apéro? Mais oui!. Eten wat de pot schaft is in Frankrijk in veel Auberges heel gewoon. Madame kwam ons het menu aankondigen. Het visseizoen was die dag geopend, dus we kregen als entree een Salade Vert met gefrituurde visjes. Heerlijk. “Connaissez vous des Andouilettes ? ”, vroeg de aardig glimlachende waardin. Ergens in mijn achterhoofd ging een belletje rinkelen. Ooit bestelde ik argeloos dit gerecht in een restaurant in Bordeaux. Een fout waarvan ik geleerd had moeten hebben. Ik schakelde echter net niet snel genoeg en wilde beleefd zijn, dus vroeg belangstellend wat dat ook weer is?.. “Une spécialité Française” Als u het niet lekker vindt, hoeft u het niet op te eten hoor…..
Ik groef in mijn geheugen naar wat dat ook al weer was Andouilettes…. Maar helaas, te laat. Met een gezellige , maar ook enigszins verdachte glimlach werd naast de Salade met de visjes een bordje op tafel gezet met daarop twee worstjes. Een argeloze Hollander zou hebben gedacht dat het saucijzen waren.








Zo zag het er ook uit. Maar het rook héél anders. De geur van de gefrituurde visjes werd overstemd door een andere, zeer onaangename stank. Stront! En toen wist ik het weer. Andouillettes wordt geheel gemaakt van varkensdarm. Dus darm met darm erin en darm ertussen. Een specialiteit. Een select gezelschap is liefhebber van deze walgelijke curiositeit uit de Franse keuken. Maar ik niet! De eerste keer in Bordeaux at ik beleefd mijn bordje leeg. Daarna ging ik kokhalzend naar het toilet.
Nu at ik om niet heel flauw te zijn een klein hapje. De waardin was al drie keer grijnzend langs ons tafeltje gelopen. De vierde keer zag ze mijn wanhoop. Lachend kwam ze op ons af en zei dat ze dit zelf ook nooit zou eten….
Ze wilde ons even testen om dat ik gezegd had dat we alles lekker vinden…..

Het menu bestond daarna uit gevulde kwarteltjes,






heerlijke kaas en als toetje perentaart met chocolade, dus deze horror-ervaring werd ruimschoots goed gemaakt,
Toen we het verhaal de volgende ochtend aan Odette, onze buurvrouw van 81, vertelden, moest ze lachen: “C’est du merde du Cochon, qu’on sent” Het is varkensstront, wat je ruikt…

1 opmerking:

  1. Ooit een paar jaren geleden hebben we in de Provence ook es die fout begaan, door op de markt een paar van die heerlijk ogende, best behoorlijk dure, andouilettes te kopen. Werkelijk walgelijk, alleen de geur al. Ik had het gevoel dat het dagen nadien nog stonk in ons huis. Echt niet te pruimen. Bah...

    BeantwoordenVerwijderen