.

.

zaterdag 17 april 2010

Stralend voorjaar.

De zon schijnt. De lucht is helder en prachtig blauw. Geen vliegtuigstreep te bekennen.
Even rust in het luchtruim. Dankjewel vulkaan!



Mijn handen jeuken. Ik wil naar Rivière . Met blote handen de aarde omwoelen. Polletjes onkruid uittrekken. Torretjes, mierennesten, regenwormen. Het leven barst de grond weer uit. En dan te bedenken dat de aarde nog maar twee maanden geleden diep bevroren was. De temperatuur daalde afgelopen winter tot -20 graden op "onze" berg.
Maar alles leeft nog. De rozen botten uit. De stokrozen zijn alweer aan het groeien, narcissen komen op.
Helaas moet ik nog anderhalve week (!) wachten voordat ik kan zien hoe het er nu bij staat.

Vorig jaar kweekte ik in Bennekom in de vensterbanken lupines, Oost Indische kers, stokrozen en slaapmutsjes. Toen de plantjes groot genoeg waren om te verspenen en uit te planten, gingen ze mee op transport.
De hele reis ging dat prima, maar tijdens het laatste bochtige stuk hoorde ik in elke bocht de bak met Lupines achterin heen en weer glijden. Op schoot dus maar.
In St. Clement reden we langs het huis van M., een oud-politieman uit het stedelijke noorden van Frankrijk, die zich voor de rust in de Auvergne heeft gevestigd. "Daar gebeurt nooit wat", dacht hij.
Hij groette ons vriendelijk en we stopten even om een praatje te maken. Zijn blik viel op de bak met mini-plantjes op mijn schoot. Ik zag zijn ogen groot worden. Ineens realiseerde ik me dat een lupineplantje



erg lijkt op een wietplant.



"C'est QUOI?" vroeg M. streng.
"C'est pour fumer" hoorde ik Frans tot mijn afgrijzen antwoorden.
Nerveus giechelend en waarschijnlijk de zaak daarmee erger makend, verzekerde ik M. dat dat een grapje was. Ik ben een hals.
De hele zomer was ik in verwachting van een inval van de Franse Narcotica brigade.

De babylupines waren onkundig van deze stress inmiddels opgegroeid tot stoere volwassen exemplaren.



De slaapmutsen spatten oranje en geel tussen het gras uit.



Zelfs truttige oranje Afrikaantjes zijn mooi in een Franse boerenweide!



Nog nooit in mijn tuinleven waren mijn vingers zo groen. Het komt vast doordat we de aarde uit de schuur, die werd uitgegraven om beton te kunnen storten, rondom op het terrein hebben uitgestrooid. Die was doordrongen van 150 jaar koeienstront.

In een oude aardewerken pot had ik in de herfst alle zaaddozen van de uitgebloeide bloemen verzameld. Helaas smakte die pot twee weken geleden, samen met twee flessen (Supermarkt)wijn, op de betonvloer uit elkaar. De plank waarop ze stonden was niet zo stevig als ik dacht.
Het rook heerlijk naar wijn in de keuken.
Ik ben bang dat rode wijn geen gunstig effect heeft op bloemzaad. Je weet nooit, dus ik heb de hele zooi op het vloeiveld van de septictank uitgestrooid....

Vanochtend kocht ik een nieuwe voorraad bloemzaad. Klimmende winde, zonnebloemen, phloxen. Thuis meteen alle potjes gevuld. Ik kan niet wachten!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten