Vrijdagochtend zat ik met mijn moeder in de wachtkamer.
Eindelijk hebben we een goede tandarts gevonden.
Na een smartelijke tocht langs diverse stadia van tandartshorror.

Waarbij er eentje was die het in ein Konzentrations-lager uitstekend zou doen. Dentist from hell.
Met, je gelooft het niet: een Germaans accent: "Jai mut nicht seuren wenn het ein bischjen pain dut" sprak deze Duitse dertiger tegen mijn 75-jarige moeder.
Beheerst, maar inwendig ziedend, sprak ik hem toe. "In Holland ist es sehr unbelebt somahr einander zu tutoyeren. Auf wiedersehen."
Maar nu hebben we een Engeltje gevonden: een mooie, lieve dame, met zachte handen, rode krullen en uitstekende dentale kluskwaliteiten.
Daar zijn inmiddels meer mensen achter.
Dus moesten we wachten.
Onder de wachtenden vóór ons, was een moeder met een zoontje van een jaar of twee.
Grappig klein manneke. Moeder kan 'm zó verhuren als Star voor de volgende Hobbit-movie.

Maar hij had een lieve grijs. Zonder tanden. Dat wel.
Terwijl ik grijnzen uitwisselde met de mini-hobbit, kwekte hobbitmams gezellig in het rond.
Hele verhalen.
Ondertussen begon de wachtkamer te geuren. Onmiskenbaar de lucht van de inhoud van de luier van een tweejarige dreumes.
"Heb jij stinkiebroekie?" piepte de moederhobbit.
Het kleintje grijnsde.
Het lachen was mij inmiddels vergaan.
Moeder vond kennelijk stinkiebroekie geen urgente kwestie.
Zoon ook niet. Met zijn broek vol kwam hij wijdbeens aanlopen met een prentenboek.
Ik maakte me zo klein mogelijk en had spijt van de grijnsuitwisseling.
NIET bij mij op schoot. Danku.
Gelukkig kroop het joch met volle broek bij moeders op schoot en wees op een plaatje.
"Duiffie" piepte mams. "Das duiffie toch? net als thuis toch, in boompie toch?"
"Dit kind gaat geen hoge ogen gooien in de BNN intelligentietest of het Groot Nationaal Dictee". Dacht ik vals.
Moeders draaide zich naar de overige wachtenden en sprak: "in een boom bij ons huis stikt het van de Wilde Duiven. Ik word gék van dat geluid."
"Hoe doet duiffie dan? " sprak zij tot haar zoon.
Waarna het jong een perfecte imitatie gaf van een dikke grijze duif.

"En weet u wat het ergste is? We hebben de Gemeente gebeld, maar we mogen ze niet afschieten. Ze schijten alles onder. Overal poep. Maar ja, binnen de bebouwde kom mag je nu eenmaal niet schieten."
Verbijsterd probeerde ik me Moederhobbit voor te stellen met een jachtgeweer onder een boom vol duiven.

En toen rook ik die luier weer........