Om zonder zware accidenten de berg af te rijden, naar de warme croissantjes-winkel, was een krab-exercitie van 15 minuten vereist.
De zon kroop echter snel en zonder schroom uit haar schulp en trakteerde ons op onze eerste warme voorjaarsdag.
Op 5 februari 2011 zat ik in mijn hemdje koffie te drinken.
Meteen werd ik overvallen door een enorme wiedwoede.
De boerin in mij ontwaakte.
Kruiwagen uit de schuur, hark en hark junior van stal.
Ik wiedde me een weg door de opwarmende Franse aarde.
Heel ver weg, in mijn verbeelding, waande ik de koekoek al te horen.
Met blote handen trok ik de dorre resten van de Oost-Indische kers, Slaapmutsjes en Lupines van vorig jaar los.
Woelde de aarde onder de rozenstruiken om. Het eerste onkruid was al weer vlijtig aan het woekeren geslagen.
Ik werk niet met tuinhandschoenen. Ik kan dat niet. Er blijft altijd een heel stuk handschoen boven mijn vinger over.
En ik houd zóveel van het gevoel van de aarde aan mijn handen.
Hoewel, soms vergeet ik even op te letten of de diverse dieren misschien niet toevallig hun werpselen in mijn aardbeienbed hebben uitgeworpen.
Wees gerust, ik was en schrob mijn handen altijd héél goed na het tuinieren. Mijn nagels zijn op marinierslengte.
Voor mij geen poezelige vrouwelijke handjes met schattige roze nageltjes....
Maar alla. Dat nemen we voor lief. Want er gaat niets boven het gevoel van rulle vochtige aarde tussen je blote handen.
Op mijn tocht door de tuin, die ik grotendeels kruipend op mijn knieen volbracht, kwam ik de volgende voorjaarsvoorboden tegen:
Het eerste LieveHeersBees:
De eerste Krokus:
De eerste Ereprijs...
Toch zou ons tuintje er volgende week zomaarweer zó uit kunnen zien:
doe je wel een beetje kamlpies aan
BeantwoordenVerwijderenIk en kalmpjes gaan niet samen....
BeantwoordenVerwijderen