En zo zaten we gisternacht weer klaar in ons weiland.
Om 04.45 uur.
Voor de meteoren van Perseus.
Elk jaar rond 11 augustus vliegen ze door de hemel. Tientallen per uur.
Overdag is het omtrent dertig graden. Nu was het een graad of tien.
Gras en tuinstoelen kletsnat.
Dik ingepakt in dekens en badjassen namen we plaats op de eerste rang.
Veel voorbijschietende meteoren aan de noordoostelijke hemel.
Heel mooi.
Echter.
Op de achtergrond een afleidende factor.
Een koe in het weiland aan de overkant, snurk op repeat.
Nee echt, als je denkt dat je partner snurkt... ga es een nachtje naast een koe liggen....
Maar toen....
Gescharrel.
In het pikdonker.
Vlak bij ons huis.
Hmmm. Niet cool.
Toch maar terug naar binnen.
Deuren dicht, naar bed.
Toen het licht was zag ik de sporen van de insluiper.
Of, beter gezegd, insluipster.
De zwart-wit gevlekte onverlaat had zich uitbundig ontlast.
Naast onze waslijn.
Shit.
We hadden al gezien dat één der dames het gras aan de andere kant van de heuvel aantrekkelijker vindt.
Ze kruipt op haar knieen onder het prikkeldraad door en gaat aan de wandel.
Leuk, maar niet in onze tuin, merci
Niet goed voor de buizen van de septic-tank.
Tenslotte zijn de dames nu niet bepaald van de categorie vlindergewicht.
We belden de boer.
Monsieur, une des votre vaches fait un promenade toutes les soirs....
Hij was niet onder de indruk.
Dus hadden we zelf de omheining maar gerepareerd.
Mevrouw was niet onder de indruk.
Ze kroop er de volgende avond gewoon weer onderdoor.
Op haar knieen.
Echt waar.
Ongeveer zo:
Gisteravond rond 23.00 uur zette ik de tuinstoelen vast klaar voor vannacht.
We waren van plan de wekker weer op 04.45 uur te zetten om het hoogtepunt van de sterrenregen te zien.
En wie liep er naast onze auto te grazen?
Jawel, de uitloopster. Madame Straatmadelief.
"Nu is het genoeg" dacht ik.
Ik pakte snel de zwabber en een dikke steen.
Ik mikte de steen met opzet zo dat ik haar niet zou raken, maar wel in haar buurt.
Oeps. Even vergeten dat ze naast de auto stond....
Gelukkig kan ik niet goed gooien.
Mevrouw schrok wel en begon te rennen.
Mijn kant op.
Sodemieter.
Maar ik was
óók boos.
En schreeuwde dat ze moest oprotten.
Rotkoe.
Blijkbaar vond ze de hippe oranje zwabber waarmee ik naar haar zwaaide best wel eng.
Of mij.
Ze draaide zich om en ging er van door.
De weg op.
Weg koe.
Toen we vannacht om 04.45 uur opstonden, was het bewolkt.
Shit.